Woord studies

belangrijke bijbelse woorden in het hebreeuws...

zie brad scott, foundation and so on..

Check out Avi ben mordechai (coming home)

shalom:

https://jewsforjesus.org/publications/newsletter/newsletter-dec-1997/a-study-on-biblical-concepts-of-peace-in-the-old-and-new-testaments/

Toda:

pagina over gospel woorden her-definieert om een juist evangelie te krijgen... kopie pagina bij evangelie? bible glossary

zonde = zelfgerichtheid (selfcenteredness, lusts, ) lawlessness

wet = onderwijzing = Torah = Woord

heiligheid = apart gezet & morele excellentie (door Hem in ons)

vrede = volledigheid, genezing

gered = delivered, made whole, resqued, healed, set-free

rechtvaardig = recht gemaakt met God door Hem (zijn werk)

goed = morele excellentie

liefde = gehoorzaamheid aan God's onderwijzing (woord), een keus, iets wat je geeft (niet zelf gericht/ontvangen/gevoel)

testament/verbond = God's binding met de mens door relatie. Een huwelijks contract. nieuw verbond = vernieuwd verbond. 1 boek van genesis tot openbaring

naam = karakter

woord = volledige bijbel inclusief wet

wijsheid = God's woord, wet, Yeshua God

waarheid = God's woord, wet, Yeshua God

licht = God's woord, wet, Yeshua God

weg des levens = God's woord, wet, Yeshua God

vrijheid = bevrijding van zonde, het 'ik', wandelend in God's wil, wandelend naar de menselijke bedoeling, bevrijd van doen waar we niet voor bedoeld zijn / gemaakt zijn

discipel = een leerling, een onderwezene

genade = Een goddelijke invloed op het hart, en reflectie daarvan in het leven.

evangelie = een/de goede boodschap, gedefineert in het hele woord genesis tot openbaring

geloof = gehoorzaamheid, iets wat je doet, een overtuiging, een zekere verwachting en een handeling gericht daarnaar

bekering = omkeer, terugkeer, kering (momenten & proces)

kerk = gemeente, groep, samenkomst van gelovigen, mensen van God (niet een gebouw)

heerlijkheid / glorie =

Engel = boodschapper

Antichrist = in plaats van, plaats vervanger van, tegen de Messias

verzoen offer = plaatsvervangend offer

brand offer = een offer totaal geofferd, niks blijft over

Christen = iemand die net zoals Christus leeft (met geheel ziel, hart, verstand, kracht)

demon = gevallen Engel

hebreeuw = iemand van de andere kant, iemand die overstak

hel = het graf, een vuilstortplaats buiten Jeruzalem (gehenna)

hemel = de dimentie waar God is, of helal, of blauwe lucht

poel des vuurs = symbolische plaats van lava en vuur, de tweede dood, waar zelf het graf in gaat

niet een eeuwige pijniging maar een eeuwige vernietiging.

priester = verantwoordelijke, onderwijzer, leidend,

profeet = iemand die (terug) verwijst naar God's woord, soms ook met toekomst beelden

opstanding = opstanding uit de dood

heiligdom = de plek waar God ('s naam) onder ons woont, tent, tabernakel, tempel

kwaad =

vergeving =

vervuld =

hoop =

prediker/predikant = iemand die God's mind verkondigd (zodat we daar naar kunnen leven), iemand die het woord voorleest

heilige geest = de Geest van God die actief als aanwezigheid van God heerst, die ons herinnering geeft in God's woord in onze gedachten & motieven

https://bible.org/seriespage/appendix-glossary-terms

Google Sites

Report abuse