Taalfilosofie:
Welke woorden gebruiken we om iets te beschrijven? Woorden gebruiken we om gedachten te ordenen. We kunnen daarmee informatie overdragen. Dit is de essentie van een taal. Je boodschap over dragen in informatie.
Taal maakt veel uit in de bijbel (God's woord). God heeft immers de wereld geschapen met woorden. Woorden hebben kracht en scheppen. In spreuken gaat het vaak over woorden die een effect hebben. In de zin van dat het uitmaakt wat, hoe en waarom je iets zegt. Dat het uitmaakt wanneer, hoe vaak, met welke toon, hoe snel je iets zegt en welke richting je op praat.
Taalfilosofie gaat over de vraag: hoe moeten we taal begrijpen? Als een systeem van tekens dat naar zaken buiten dat systeem verwijst? Of, als verwijzing ten minste zo belangrijk is, verwijzen die tekens in de eerste plaats naar elkaar?
Taal is interessant als men naar de Hebreeuwse taal kijkt, waarin de bijbel geschreven is. (zie ook onze link naar Hebreeuws denken!)
Het is ook belangrijk om te weten dat taal over de tijd verandert en woorden een nieuwe definitie krijgen door cultuurverandering. Daarom is het van belang om woorden weer hun oude definitie terug te geven die ze oorspronkelijk hadden. Als we dit niet doen is het Evangelie moeilijk of zelfs onbegrijpelijk. Onderdeel van het evangelie begrijpen en delen is woorden weer naar hun oorspronkelijke betekenis brengen. Hier volgt een link met een pagina over de definitie van (bijbelse) woorden.
https://reasonsforjesus.com/43-important-philosophical-terms-christians-need-to-know/
Hier volgen een aantal filosofische uitdrukkingen, termen en begrippen die gebruikt worden om iets uit te leggen in filosofie:
naturlalisme = Het naturalisme in de filosofie is de opvatting dat er alleen natuur bestaat. De filosofie moet daarom voortbouwen op of aansluiten bij de natuurwetenschap.
pragmatisme = Het pragmatisme is een filosofische stroming gekenmerkt door de focus op het verbinden van de praktijk met de theorie, die volgens het pragmatisme niet los van elkaar staan. Het bekendst is wellicht hun pragmatische theorie van de waarheid die stelt dat een opvatting waar is als het in de praktijk werkt. Waarheid wordt dus niet gedefinieerd aan de hand van een correspondentierelatie of coherentie, maar in termen van praktisch nut en maatschappelijk voordeel. Waarheid is iets dat niet vaststaat, maar mee-evolueert met de inzichten van een samenleving. Deze opvatting staat ook in nauw verband met het fallibilisme.
scientisme = Sciëntisme (v. Lat. scientia = wetenschap) is de benaming voor de wijsgerig-wetenschappelijke ideologie die van de beoefening van de (positivistisch opgevatte) wetenschap de oplossing van alle problemen verwacht. Aanhangers van het sciëntisme vinden natuurwetenschap superieur aan alle andere interpretaties van het leven
pluralisme = Pluralisme is het bestaan van verschillende sociale en culturele subsystemen in een samenleving, zoals de overheid, de rechtspraak, het bedrijfsleven, de vakbeweging, de pers en de kerk met elk eigen belangen waarbij er sprake is van een zeker machtsevenwicht. In die zin wordt het wel gezien als een tegenhanger van totalitarisme.
Deugdethiek (= valt onder het leven volgens een ideaal.)
Humanisme = Humanisme is een filosofische en ethische houding die de waarde van mensen benadrukt en in het algemeen de voorkeur geeft aan kritisch denken en bewijs (rationalisme en empirisme) boven acceptatie van dogma of bijgeloof.
Zie vaak liberaal vs conservatief
Etnicie = Een etniciteit is een sociaal-culturele identiteit, die een bepaalde groep mensen of een aantal bevolkingsgroepen verbindt. (identiteits issues)
Autonomie: Autonomie is de vrijheid van een entiteit, bijvoorbeeld een individu, organisatie of natie om zelfstandig beslissingen te nemen. Het concept komt voor in politiek, technisch, filosofisch, geneeskundig, moreel en psychologisch verband. Synoniemen van autonomie zijn (politiek) zelfbestuur of (individueel) zedelijke zelfstandigheid. Het tegenovergestelde van morele zelfstandigheid werd door de Duitse filosoof Immanuel Kant heteronomie genoemd: een gebrek aan wilsvrijheid dat individuele ontplooiing in de weg staat.
transcendentie: Het woord transcendentie (overstijging) heeft in de theologie twee betekenissen die echter wel verwant zijn.
Een eigenschap van God of goden.
Op mystieke wijze ondervinden van het bovennatuurlijke.
Met andere woorden, soms hebben mensen ervaringen die hen boven de gewone werkelijkheid uittillen, zoals God (in het theïsme, onder andere in het christendom) ver boven het alledaagse verheven is.
Theisme: Theïsme is een godsdienstfilosofische opvatting die
het bestaan van één of meer goden aanneemt, of
met name één persoonlijke God of godheid erkent, die zowel transcendent als immanent is.
Agnostisch: Het agnosticisme is de filosofische bedenking. Een agnost is iemand die geen overtuiging heeft jegens het wel of niet bestaan van bovennatuurlijk macht. Een agnost gelooft in iets maar weet niet precies wat.
Atheisme: Atheïsme kent meerdere, elkaar soms overlappende, soms uitsluitende betekenissen, maar het begrip omvat vrijwel altijd de afwezigheid van geloof in een of meer goden.
Polytheisme: Polytheïsme of veelgodendom is het geloof in meerdere goden. De grootste hedendaagse polytheïstische religies zijn hindoeïsme, de traditionele Chinese godsdiensten en shintoïsme.
Monotheisme: Monotheïsme (van het Grieks μονος (monos): één en θεος (theos): god) is het geloof in het bestaan van één god, in tegenstelling met het polytheïsme waarbij men in het bestaan van meer goden gelooft.
Pantheisme: Pantheïsme (Grieks: πάν, pan = alles; θεος, theos = God) is een levensbeschouwing die ervan uitgaat dat alles (en iedereen) goddelijk is. Het goddelijke is immanent en alomvattend; universa, natuur en God zijn identiek. Pantheïsten geloven dus niet in een persoonlijke of antropomorfe god. In de meest strikte zin betekent het: gelijkstelling van God aan de wereld en al het bestaande.
Religie: Onder religie (van het Latijnse religio) wordt gewoonlijk een van de vele vormen van zingeving, of het zoeken naar betekenisvolle verbindingen, verstaan, waarbij meestal een hogere macht, opperwezen of god centraal staat. Vele tientallen definities zijn geopperd, maar geen enkele definitie wordt universeel geaccepteerd. Iedereen heeft echter een idee van wat met religie bedoeld wordt. Een van de definities is: menselijke tradities. Mens gemaakte ideeën over God. Daarom zijn er zo veel soorten religies. Ze zijn fundamenteel verschillend en hebben oppervlakkige overeenkomsten.
Sociologie: Ontdek hoe de sociale omgeving het gedrag van mensen kan beïnvloeden. Sociologie is de studie van hoe mensen met elkaar samenleven (socio = samen, logos = kennis). Sociologie is de studie van de sociale relaties tussen mensen, en in het bijzonder van de politieke, culturele, religieuze en economische aspecten van menselijke samenlevingen.
Psychologie: een samenstelling uit het Griekse ψυχή (psychè), ziel, geest, gedachte en λόγος (logos) woord, gedachte, rede, gebied van studie – is de academische discipline die zich bezighoudt met het innerlijk leven (kennen, voelen en streven) en het gedrag van mensen. De letterlijke betekenis is 'de studie van de geest, mind.
Theologie: Theologie (synoniem: godgeleerdheid) betekent letterlijk 'godsleer'. De naam komt van het Griekse θεός (theos), wat 'God' betekent, en van het Griekse λόγος (logos), wat voor 'woord', 'leer', 'kennis' of 'verhandeling' staat.
Hermeneutiek (=Hermeneutiek (Grieks: ἑρμήνευειν; 'uitleggen', 'vertalen') is de studie van de interpretatie van (geschreven) teksten, in het bijzonder van teksten op het gebied van literatuur, religie en recht. Het is een begrip dat in de filosofie verschillende invullingen heeft gekregen.
Hypothese (= Een hypothese of onderzoeksvraag is in de empirische wetenschap een stelling die (nog) niet bewezen is, en die dient als uitgangspunt voor een experiment of voor een gerichte waarneming, bijvoorbeeld in de astronomie.) In het kort gezegd: een aanname.
Esthetica: De term esthetica komt uit het Grieks en betekent waarneming. De esthetica was lange tijd gericht op vragen als "wat is mooi?" ... één ding is zeker. Mooi kan niet wetenschappelijk verklaard worden. Maar toch kunnen wij genieten van de natuur, verbijsterd zijn bij een zonsondergang, dat beleven dieren niet zo.
Logica: De logica houdt zich bezig met de formele regels van het denken. Behalve tot de filosofie wordt het ook tot de wiskunde gerekend. De logica houdt zich onder andere bezig met vragen als "hoe kun je stellingen of systemen bewijzen met behulp van symbolen?"
Daarmee is het woord van God logisch.
Tot slot:
Ideologie: Een ideologie is een geheel van ideeën over de mens, menselijke relaties en de inrichting van de maatschappij, dat leeft binnen een maatschappelijke groep, met name een politieke partij, een denkstroming of een sociale klasse. Het kan zowel een beschrijvende term zijn als een normatieve. In de normatieve (negatieve) zin is ideologie een verstoring van het sociaal bewustzijn van een groep, waardoor deze zijn eigen belang niet inziet. Eventueel wordt dit verklaard doordat een economisch of politiek dominante groep eveneens ideologisch dominant is en zo zijn heerschappij legitimeert.
Het begrip werd gelanceerd door de Franse verlichtingsfilosoof Antoine Destutt de Tracy, die er de wetenschap der ideeën mee bedoelde. Vandaar werd "ideoloog" een synoniem voor philosophe, de zelfbenaming van de intellectuelen van de Verlichting.
De vraag is, welk licht straalt het uit, wat is de ideologie? God's woord is licht, en een lamp voor onze voet (ps 119:105)
Wij mogen lichten zijn voor de wereld, en wandelen als kinderen van licht. Opdat de wereld onze werken ziet en de Vader verheerlijkt (matt 5:13-16 Efe 5:8)
We representeren namelijk Yeshua, onze God is het licht van de wereld. Joh 8:12 Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.
joh 3:19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. 20 Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijn werken niet bestraft worden. 21 Maar die de waarheid doet, komt tot het licht, opdat zijn werken openbaar worden, dat zij in God gedaan zijn.
matt 10:26 Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk niet zal ontdekt worden, en verborgen, hetwelk niet zal geweten worden. 27 Hetgeen Ik u zeg in de duisternis, zegt het in het licht; en hetgeen gij hoort in het oor, predikt dat op de daken. 28 En vreest u niet voor degenen, die het lichaam doden, en de ziel niet kunnen doden; maar vreest veel meer Hem, Die beide ziel en lichaam kan verderven in de Gehenna.
Welk licht stralen we dus uit? God's woord. Dat is het echte licht. De satan doet zich alleen voor 'als' een engel des lichts, zo ook zijn handlangers. 2 kor 11:14 Van alle wijsheid en waarheden en dus licht van God, is ook een vervalsing oftewel een counterfeit. We moeten het woord kennen om het ware van het onware te kunnen onderscheiden.
''
All this also comes from the Lord Almighty,
whose plan is wonderful,
whose wisdom is magnificent.
Isa 28:29
''